-
1 acquiesce
v. zwijgend instemmen; accepteren zonder vragen te stellen[ ækwie▪es] 〈 formeel〉 -
2 for
gezichtsveld (van camera of van doelzoekende kop van raket)for1[ fo:] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉♦voorbeelden:————————for21 〈doel of reden; ook figuurlijk〉 voor ⇒ om, met het oog op, omwille van, wegens, bedoeld om, ten behoeve van2 voor ⇒ wat betreft, gezien, in verhouding met4 in de plaats van ⇒ tegenover, in ruil voor8 〈leidt een bijzin met onbepaalde wijs met to in die een subjunctieve betekenis heeft〉dat/als … zou … ⇒ dat … moet …♦voorbeelden:send for the boy • stuur iemand om de jongen (te halen)medicine for a fever • medicijnen tegen de koortslong for home • verlangen naar huiswrite for information • schrijven om informatiedo it for Jill • doe het omwille van Jill, doe het voor Jillshe detested him for the liar he was • ze verafschuwde hem omdat hij zo'n leugenaar wasbe hungry for love • snakken naar liefdeset out for Paris • vertrekken met bestemming Parijsfor God's sake! • om godswil!thank you for coming • bedankt dat je gekomen bentnow for it • en nu erop losyou're for it! • er zwaait wat voor je!what for • waaromgood for John • goed voor John zijn doenan ear for music • een muzikaal gehoorit's not for me to • het is niet aan mij om teso much for that • dat is datfor one, we have no money • om te beginnen hebben we geen geldfor one thing we cannot, for another we will not • ten eerste kunnen we niet en ten tweede willen we nietI for one will not do it • ik zal het in elk geval niet doenJohn, for one, objects • John bijvoorbeeld heeft bezwarenfor all that • toch〈 om een bijzin in te leiden〉 for all (that) • niettegenstaande (dat), alhoewelfor all I care • voor mijn partthere's a car for you • daar heb je nu nog eens een autofor once • voor een keerfor the last time, stop it • dit is de laatste keer (dat ik het vraag), hou ermee opthe better for us • des te beter voor onsI am for leaving • ik stel voor te vertrekkenfor and against • voor en tegenpass for a lady • doorgaan voor een damedolls for presents • poppen als geschenkleft for dead • als dood achterlaten6 nicknamed ‘shiny’ for his baldness • bijgenaamd ‘shiny’ om zijn kaalheida cheque for £50 • een cheque ter waarde van £50push for all you are worth • duw uit alle machtit was not for long • het duurde niet lang8 for her to go to Germany would mean that … • als zij naar Duitsland zou gaan, zou dat inhouden dat …for her to leave us is impossible • het is onmogelijk dat zij ons zou verlatenfor this to work it is necessary to • wil dit lukken, dan is het nodig te¶ anyone for coffee? • wil er iemand koffie?now for the story • en nu het verhaalgood for John! • goed zo, John!————————for31 want ⇒ daar, aangezien♦voorbeelden: -
3 chime in with
overeenstemmen met; instemmen metchime in withinvallen/tussenbeide komen met 〈 opmerking〉————————chime in with -
4 rubber stamp
n. stempel; gebruiken als stempel--------v. automatisch goedkeuren, gedachteloos instemmen met (beslissingen van anderen); met rubber stempel stempelenrubber stamp1 stempel -
5 acclaim
n. toejuiching, bijval, gejuich--------v. toejuichen, uitroepenacclaim1[ əkleem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toejuiching ⇒ bijval, gejuich♦voorbeelden:————————acclaim2〈 werkwoord〉 -
6 be for
opkomen voor (iem.), (iem.) verdedigenbe for〈 informeel〉♦voorbeelden:¶ you're for it! • er zwaait wat voor je!———————— -
7 dissent
n. afwijkende mening, weigering--------v. verschil van meningdissent1[ dissent]————————dissent2♦voorbeelden: -
8 rubber-stamp
rubber-stamp -
9 sanction
n. straf; maatregels ter naleving van de wet; bevestiging; aanmoediging; sanctie--------v. toestaan; toegeven; permitteren; aanmoedigensanction1[ sængksjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toestemming ⇒ bekrachtiging, goedkeuring2 sanctie ⇒ dwang(middel), strafmaatregel3 wet ⇒ maatregel, verordening♦voorbeelden:————————sanction2〈 werkwoord〉1 sanctioneren ⇒ bekrachtigen, bevestigen2 goedkeuren ⇒ toestaan, instemmen met -
10 assent
n. toestemming--------v. toestemmenassent1[ əsent] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toestemming ⇒ instemming, aanvaarding♦voorbeelden:by common assent • met algemene stemmen, unaniem————————assent21 toestemmen ⇒ instemmen, aanvaarden♦voorbeelden: -
11 agree
v. het eens zijn; toestemmen; overeenkomen[ əgrie:]1 akkoord gaan ⇒ het eens zijn, het eens worden, afspreken2 overeenstemmen ⇒ goed opschieten, passen♦voorbeelden:agree to do something • afspreken iets te zullen doenI agree! • vind ik ook!I don't agree! • vind ik niet!agree on/upon something • het ergens over eens zijn, een akkoord bereiken over ietsagree to something • met iets instemmen, in iets toestemmenagree with someone about something • het met iemand over iets eens zijnagree that • ermee akkoord gaan/ook vinden datagreed! • akkoord!2 agree with • kloppen met, overeenstemmen met, passen bij→ agree with agree with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bepalen ⇒ overeenkomen, afspreken♦voorbeelden: -
12 chime in
chime in♦voorbeelden: -
13 agree to something
agree to somethingmet iets instemmen, in iets toestemmen -
14 amen
interj. amen!--------n. bevestigende opmerking[ a:men, ee-, eemen]♦voorbeelden: -
15 approve
v. instemmen; goedkeuren[ əproe:v]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 goedkeuren ⇒ toestemmen in, akkoord gaan met♦voorbeelden: -
16 assent to something
assent to something -
17 consent
n. toestemming; er mee instemmen--------v. stemt toe; is het er mee eensconsent1[ kənsent] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toestemming ⇒ instemming, goedkeuring♦voorbeelden:————————consent2〈 werkwoord〉1 toestemmen ⇒ zijn goedkeuring/toestemming geven, zich bereid verklaren♦voorbeelden: -
18 say amen to something
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский